Wij Europeanen kwamen pas met de chilipeper in aanraking kwamen nadat Columbus Amerika ontdekte. Sindsdien zijn er meer dan 3.000 geregistreerde soorten ontwikkeld. Daarvan worden er vijf op grote schaal verbouwd: Capsicum annum, Capsicum baccatum, Capsicum chinense, Capsicum frutescens en Capsicum pubescens. Deze hebben allemaal hun eigen speciale kenmerken.
Om een plant te kweken, heb je natuurlijk zaden nodig. Je kunt de goede zaden van de slechte scheiden door ze in water te dompelen. Alle zaden die drijven, kun je het beste weggooien omdat deze waarschijnlijk niet zullen ontkiemen.
Laat de zaadjes van de pepers ontkiemen op goede zaaigrond. Deze kun je zelf maken door drie delen potgrond te mengen met één deel zand. Als je een optimale zaaigrond wilt gebruiken kies dan CANNA Terra Seedmix. Vul een afdekbare zaaibak met deze grond. Bevochtig de grond en laat deze acclimatiseren bij een temperatuur van ongeveer 20°C.
Verdeel het zaad van de pepers over de zaaibak, vul deze af met maximaal een halve centimeter zaaigrond of CANNA Terra Seedmix en dek de bak af met bijvoorbeeld een plastic deksel of glasplaat. Hiermee houd je de temperatuur vast en voorkom je uitdroging. Lucht de grond overdag af en toe even door de afdekplaat op een kier te zetten, bijvoorbeeld door een stokje onder de plaat te leggen.
Peper zaailingen hebben veel zon nodig, als je niet beschikt over een zonnig raam gebruik dan een voorgroei TL of spaarlamp. Gebruik je een kweektent, dan kun je direct daarin zaaien. Pas wel op met het licht. Als het te fel is kunnen de jonge plantjes uitdrogen of zelfs verbranden.
Wanneer het eerste bladpaar verschijnt, zo’n veertien dagen na het zaaien, is het tijd om de zaailingen te verplaatsen naar een grotere pot. Dit noemen we ook wel verspenen. Zet de plantjes in potten van 1,5 liter en een diameter van twaalf centimeter, gevuld met een hoogwaardig substraat als CANNA Terra Professional, Terra Professional Plus of CANNA Coco. Ga je voor biologische teelt, kies dan voor gecertificeerde potgrond zoals de BIOCANNA Bio Terra Plus. Probeer de wortelen zo min mogelijk te beschadigen om stress te voorkomen.
De peperplant houdt van veel zon, dus als het plantje een dag of twee in een grotere pot staat mag deze gewoon in de volle zon staan. Let er wel op dat het met zonnig weer niet te warm wordt. Als de temperatuur te vaak boven de 30 graden komt, krijg je hard, leerachtig blad en stopt de plant met groeien.
Ongeveer twee tot drie weken na het verspenen is het tijd om je plant op te potten. Zet de plant in een grotere pot, met een inhoud van drie tot zes liter. Zo staan de peperplanten stevig en hebben ze een adequate vochtbuffer die groot genoeg is voor de resterende duur van de teelt.
Na 5 weken is het plantje zo groot dat het niet zelfstandig meer kan blijven staan. Gebruik een stokje om de stengel er aan vast te zetten. Maak de stengel vast met een clip, maar doe dat niet te strak, anders knel je de stengel af.
Pepers hebben tijdens de groei ondersteun nodig. Die steun geef je door de plant vanaf het begin met clips langs stokken te leiden. De plant krijgt zo de gewenste vorm en tegelijk voorkom je dat takken afbreken. Als de plant te groot dreigt te worden, kun je de takken snoeien. De plant loopt dan vlak onder de knip weer uit. Voor een mooie volle plant breek je elke 3 á 4 weken de groeipuntjes (bovenste 0,5cm van elke tak).
Peper is een relatief gemakkelijke plant om te kweken Een te droge pot is niet erg, zolang de bladeren van de plant maar niet slap gaan hangen. Als dit wel een keertje gebeurt, is dat niet erg. Droogte stimuleert namelijk de bloemaanleg, waardoor je een rijk bloeiende plant krijgt. Ook te nat vindt hij niet erg, zolang dat maar niet dagen achtereen is. Dan komt er te weinig zuurstof bij de wortels, waardoor deze afsterven en de plant stopt met groeien.
Het beste kun je een peperplant niet te vaak water geven, en veel water per keer. Door de plant elke keer droog te laten worden en dan weer voldoende water te geven, zorg je ervoor dat je een compacte plant met veel bloemen krijgt. Bovendien maakt het de pepers scherper van smaak.
Jalapeño komt van origine uit het tropische deel van Mexico, de Penis peper is een gekweekte cultivar uit de Verenigde Staten. Deze peperplanten groeien het best bij een gemiddelde dagtemperatuur van 25°C. De nachttemperatuur moet minimaal 16°C zijn. Beide pepers groeien het best bij een relatieve vochtigheid (RV) van 70%. In een kweektent is de RV meestal lager, rond de 45%. Met een klein laagje water op de grond of een vernevelaar kun je de luchtvochtigheid verhogen.
Je gebruikt de volledige oogst waarschijnlijk niet vers. Wat je op korte termijn niet gebruikt, kun je vrij makkelijk drogen. Met een naald rijg je een draad door de steeltjes. Vervolgens hang je de pepers op een donkere plek te drogen, bijvoorbeeld op zolder of in de kelder. Wanneer ze helemaal droog zijn, maak je ze goed schoon en bewaar je ze in glazen potten. Zo kun je de pepers jaren bewaren.
In vrijwel iedere potgrond komen rouwmuggen (turfvliegjes) voor. Deze zijn voor de plant niet schadelijk en verdwijnen vanzelf. Verder kan de plant last hebben van trips, kleine organismen. Deze geven kleine vlekken op blad en vrucht. Voor meer informatie lees de Plagen en Ziekten Gids.
Bekijk voor meer informatie over chilipepers onze downloadbare pdf