De eerste NFT (Nutrient Flow Technique) systemen zijn geïntroduceerd in de jaren zeventig. Het eerste NFT-systeem is ontwikkeld in Engeland door Allen Cooper. In NFT-systemen wordt er continu een dun laagje voedingswater via een buizensysteem langs de wortels geleid. De voeding die het wortelmedium verlaat, wordt opgevangen in een voedingsreservoir en opnieuw aan de plant toegediend.
Inmiddels zijn ook de NFT-tafels erg populair geworden om op deze manier te kweken. Deze manier heeft eenzelfde principe als het eerst ontwikkelde buizensysteem. Om ervoor te zorgen dat het voedingswater voldoende stroomt, moet de buis lichtjes hellen (ongeveer 1%). In een tunnelconstructie moet de doorstroming circa 1 liter per minuut bedragen.
Let er op, dat de wortelmassa op de bodem van de tunnel niet te dik wordt! Indien dit gebeurt, bestaat het gevaar dat het voedingswater over de buitenste laag wortels gaat stromen, waardoor er te weinig contact is tussen voedingswater en de wortels binnen in de wortelmassa. Snel groeiende planten gaan hierdoor sneller verwelken en er kunnen voedingsgebreken optreden.
Om een te dikke wortelmassa te voorkomen, wordt aangeraden om de buis niet langer te maken dan 9 meter en een buisdiameter te nemen van minimaal 30 cm.
Dreigende voedingstekorten op NFT-systemen zijn vaak het eerst waarneembaar bij de planten op het einde van de doorstroming (de onderste planten). Dit komt doordat de planten aan het begin en het midden van de doorstroming reeds voedingsstoffen uit het voedingswater hebben opgenomen. Door deze planten extra te observeren kunnen voedingstekorten sneller worden opgemerkt en gecorrigeerd. Correctie kan plaatsvinden door de doorstroming te vergroten en/of de voedingssterkte (EC) te verhogen.
Naast voedselgebrek treedt ook zuurstofgebrek vaak als eerste op bij de planten aan het einde van de doorstroming. Als gevolg van het zuurstofgebrek kleuren de wortels bruin en neemt de opname van voedingsstoffen en water af. Tijdens de vruchtvorming en onder stresssituaties is de kans op zuurstofgebrek het grootst. Het gebruik van wortelafbraak- bevorderende enzymen zorgt voor minder dode wortelresten in het systeem en meer vitale planten. Normaal gesproken komt wortelsterfte altijd voor, maar zolang er maar genoeg witte, gezonde wortels overblijven is er geen reden tot paniek.
Aeroponics is enkele jaren na NFT geïntroduceerd (1982) en komt oorspronkelijk uit Israël. Het is een systeem waarbij de wortels door middel van vernevelaars continu bevloeid worden met zeer fijne druppeltjes. Hoe kleiner de druppeltjes, des te beter het contact tussen voedingswater en wortel en hoe beter de opname van water en voedingstoffen.
Omdat de wortels praktisch gezien in lucht groeien, is er altijd voldoende lucht voor de wortels beschikbaar en zijn er hoge opbrengsten mogelijk. De grootste nadelen van het aeroponicssysteem zijn de relatief hoge aanschafkosten en de gevoeligheid voor storingen. Door op de bodem van de vernevelingsruimte een dun laagje water te laten staan, wordt voorkomen dat in geval van storingen de planten zonder water komen te staan.
Op eb- en vloedsystemen bevinden de planten zich in een bak die periodiek wordt volgepompt met voedingswater. Het substraat zuigt zich vol met voedingswater en wordt vervolgens weer weggepompt. Door het vullen met voedingswater wordt oude lucht weggedrukt; tijdens het wegpompen of weglopen van de voeding stroomt er weer verse lucht in het medium.
Om zuurstofgebrek bij de wortels te voorkomen, mag het medium niet te lang verzadigd zijn met water en moet het, na het leeglopen van het medium, voldoende lucht bevatten. Als richtlijn geldt, dat het volpompen en leegstromen maximaal 30 minuten in beslag mag nemen.
De aanbevolen bevloeiingsfrequentie is afhankelijk van het gebruikte inerte substraat en het wortelvolume per plant. Kleikorrels houden weinig vocht vast en moeten vaker worden bevloeid dan bijvoorbeeld een systeem met steenwol dat meer water vasthoudt.
Druppelsystemen zijn misschien nog wel de meest gebruikte hydroponicssystemen in de wereld vanwege zijn eenvoud. Een klok stuurt een dompelpomp aan. Wanneer de pomp door de klok wordt aangezet, wordt er een voedingsoplossing over de basis van iedere plant gedruppeld door een kleine druppelaar. De overbodige voedingsoplossing wordt dan weer onderin de voedingsbak opgevangen en hergebruikt.
Bij dit systeem staan de planten in een inert substraat en net als bij het eb- en vloedsysteem is er een andere bevloeiingsfrequentie.